Een borgtocht betekent dat een borgsteller instaat voor de schuld van de schuldenaar. Dit betekent dat als de schuldenaar zijn schulden niet betaalt, de schuldeiser bij de borgsteller de schuld kan invorderen.
Voorbeeld: Een vriend van je wil een lening aangaan, maar de bank vreest dat hij zijn job binnenkort zal verliezen. Jij hebt ook een vaste job en inkomen. Je kan je dan borg stellen bij de bank: de bank zal de lening toestaan aan je vriend, maar wanneer je vriend de lening niet meer afbetaalt, kan de bank de schulden van je vriend bij jou invorderen.
Belangrijk om te weten is of je je 'kosteloos' borg stelt: dit betekent dat je wanneer je je borg stelt, je daar geen voordeel uithaalt en je er geen vergoeding voor krijgt.
Voorbeeld: een vader stelt zich borg voor zijn zoon zodat die geld kan lenen om een eigen zaak te starten. De vader doet dit 'kosteloos': hij doet dit voor zijn zoon en zal wanneer er winst wordt gemaakt, geen deel krijgen van die winst.
Een contract van een kosteloze borgtocht moet aan een aantal voorwaarden en regels voldoen.
Een borgtocht kan je dus in de schulden doen belanden, ook al ben je zelf niet de oorzaak van de schulden. Bij een kosteloze borgtocht kan je soms 'bevrijd' worden van de borg: je moet dan niet meer instaan voor de schulden van de persoon die de schulden heeft gemaakt.
