Als je te laat de aflossingen van je krediet betaalt of niet betaalt, moet de kredietgever dit melden aan de Centrale voor Kredieten aan Particulieren van de Nationale Bank.
Bij een betalingsachterstand zal een kredietgever vaak aanmaningsbrieven en ingebrekestellingen sturen om je zo tot betaling aan te zetten. Hij mag dit één keer per maand doen en mag hiervoor maximum 7,5 euro per brief vragen (bovenop de portokosten). Een kredietgever mag ook gelimiteerde nalatigheidsintresten vragen. Elke schuldeiser is bovendien bij een minnelijke invordering gebonden aan een aantal regels.
Bij wanbetaling kan je kredietgever ook je kredietovereenkomst beëindigen. De openstaande schulden zal je uiteraard wel nog moeten betalen, misschien nog vermeerderd met gelimiteerde nalatigheidsinteresten en schadevergoedingen. Bovendien kan hij de schuld opeisbaar stellen: je moet dan in één keer het totale krediet terugbetalen, in plaats van met de normale maandelijkse afbetalingen.
Bij een verkoop op afbetaling koop je iets, bijvoorbeeld een auto, en betaal je die niet in één keer maar via maandelijkse aflossingen. Zolang je nog geen 40% hebt afbetaald, kan de kredietgever wanneer je niet (tijdig) betaalt, dat wat je gekocht hebt terugnemen. Dit is enkel mogelijk als er in de kredietovereenkomst een 'beding van eigendomsvoorbehoud' is opgenomen. Je kan na een ingebrekestelling ook gewoon akkoord gaan om dat wat je gekocht hebt terug te geven.
Wanneer je kredietgever zich niet aan de regels houdt, kan je altijd een klacht indienen.